Leiders pleiten voor vitale bedrijfsvoering
91 procent van de managers, senior medewerkers en leidinggevenden vindt dat vitaliteit een onderdeel hoort te zijn van het bedrijfsbeleid. Een grote meerderheid geeft aan dat vitale organisaties beter presenteren dan organisaties die geen aandacht schenken aan vitaliteit.
Vitale organisaties
Als hoofdmotivatie hiervoor noemt 72 procent van de respondenten veelal dat vitale mensen een bedrijf beter maken. Ruim driekwart van respondenten is van mening dat vitale organisaties tevredener klanten hebben.
Een vitale leider boekt ook betere resultaten en creëert een sfeer van vertrouwen volgens een ruime meerderheid van 89 procent.
Dit blijkt uit de resultaten van het Vitaliteitsonderzoek van de Baak onder 194 leiders.
Balans lichaam en geest
De stelling dat vitaliteit alleen maar associaties met sport oproept blijkt niet te kloppen: slechts een kleine minderheid is het eens dat een vitale leider medewerkers aanmoedigt om te sporten (45 procent) en om gezonder te eten (38 procent).
Volgens de respondenten kun je zelf een vitaal persoon worden door te streven naar balans tussen lichaam en geest (69 procent), door te blijven leren (49 procent) en door goede relaties met de mensen om je heen (49 procent).
Vitale leider
Volgens de respondenten is een vitale leider iemand die in de eerste plaats inspireert (95 procent) en luistert naar zijn/haar medewerkers (93 procent).
Daarnaast stimuleert de vitale leider de onderlinge samenwerking (90 procent).
Aandacht voor vitaliteit
Bij 56 procent van de respondenten is er in de organisatie aandacht voor vitaliteit. Bij deze groep valt vitaliteit voor de helft onder de verantwoordelijkheid van HR en bij de andere helft valt dit onder de verantwoordelijkheid van de directie.
Aandacht voor vitaliteit is er vooral binnen grote organisaties vanaf 500 medewerkers. Bij 18 procent is dit er nog niet, maar zijn er initiatieven.
Een minderheid van 13 procent geeft aan dat er geen aandacht is voor vitaliteit maar dat men dit graag op de (directie)agenda wil krijgen bij de eigen organisatie.
Bron: De Baak